De historische zoektocht naar een rechtvaardige bijstand

Wie hulp nodig heeft, wil maatwerk. De historische zoektocht naar een rechtvaardige bijstand.

Hoofdstuk in het 18 december te verschijnen Streng maar rechtvaardig. De bijstand gewogen. 

In dit boek vragen bijstandsonderzoekers zich af of hoe rechtvaardig de bijstand ruim vijftig jaar later is. Worden mensen in de bijstand rechtvaardig behandeld? Ervaren bijstandsgerechtigden de bijstand nog steeds als een recht? Hoe beleven zij de tegenprestatie en de ‘activering’? En hoe kijken uitvoerende klantmanagers hier tegenaan?

Streng maar onrechtvaardig is een fascinerende zoektocht naar de fundamenten van een rechtvaardige bijstand én een inspirerend boek van een groep vooraanstaande wetenschappers.

De samenstelling van Streng maar onrechtvaardig was in handen van Thomas Kampen, Melissa Sebrechts en Evelien Tonkens, alle drie verbonden aan de Universiteit van Humanistiek in Utrecht, en Trudie Knijn, emeritus hoogleraar Interdisciplinaire Sociale Wetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Bijdragen leverden onder meer Paul de Beer, Anja Eleveld, Monique Kremer, Wim van Oorschot en Margo Trappenburg.

Streng maar onrechtvaardig verschijnt als jaarboek bij het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken op 18 december tijdens het online Movisie Kerstdebat 2020.

Informatie en aanmelden

Professioneel vertrouwen in de eerstelijns jeugdzorg

Blog met Thomas Schillemans op Sociaalweb

“Een van de mooiste verworvenheden in de Nederlandse publieke sector is de huisarts. Wie medische hulp nodig heeft belt zijn huisarts en kan doorgaans snel terecht. De huisarts beoordeelt de hulpvraag van de patiënt. In veel gevallen is medische hulp niet nodig; dan wordt de patiënt naar huis gestuurd met de verzekering dat het vanzelf overgaat, dan wel erbij hoort (bij puberteit, ouder worden of moederschap). In veel andere gevallen kan de huisarts de kwestie zelf oplossen: de patiënt krijgt antibiotica, een zalfje voor de huiduitslag of pillen tegen hoge bloeddruk. In 25 tot 35 procent van de gevallen verwijst de huisarts door naar de tweede lijn: medisch-specialistische zorg in het ziekenhuis. Natuurlijk gaat er wel eens iets mis en verwijst de huisarts ten onrechte door of juist te laat, waardoor de patiënt onnodige zorg krijgt of juist ernstige risico’s loopt. Desondanks is dit een prima systeem dat werkt omdat huisartsen dankzij hun opleiding het professioneel vertrouwen hebben dat zij de meeste aandoeningen zelf kunnen behandelen. Zij weten dat hun aanpak demedicaliserend werkt, wat vaak beter is voor de patiënt en ook nog eens de zorgkosten drukt.”
Verder lezen op Sociaalweb

Hoe Elco Brinkman alsnog zijn zin kreeg: neoliberalisme, communitarisme en linkse idealen in de Nederlandse gezondheidszorg

Onderzoeksartikel Sociologie

In zijn recent verschenen politieke autobiografie Bouwen en bewaren beschrijft CDA- politicus Elco Brinkman zijn lotgevallen op het toenmalige ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur in de jaren tachtig. Het kabinet-Lubbers I (CDA-VVD) was aangetreden met een bezuinigingsagenda die onder meer leidde tot het akkoord van Wassenaar in 1982 (algehele loonmatiging) en tot forse bezuinigingen op de collectieve sector. Brinkman vond dat dergelijke bezuinigingen gepaard moesten gaan met een visie, een verhaal over waar het heen moest met het land. Zijn visie was een zorgzame samenleving, een samenleving waarin volwassen kinderen omzagen naar hun ouders, een samenleving waarin buurtbewoners zouden zorgen voor elkaar. ‘Meer vertrouwen in mensen zelf, was mijn preekje keer op keer’, aldus Brinkman, die vervolgens beschrijft hoe dit pleidooi hem niet in dank werd afgenomen; niet door de linkse oppositie, maar ook niet in ‘coalitiekring’.. Lees verder (pdf)