Ik wil mijn kinderen niet tot last zijn. Euthanasie en hulp bij zelfdoding in de participatiemaatschappij

Artikel in Tijdschrift voor Gezonheidszorg en Ethiek

Een van de issues tijdens de verkiezingscampagne van 2017 in Nederland was de ‘voltooid-levendiscussie’, die handelt over het recht van oude mensen om hun leven te beëindigen, ook als zij niet uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Voorstanders vinden dat dit recht voor mensen vanaf een bepaalde leeftijd (70, 75?) in een wet moet worden vastgelegd. In dit artikel wordt betoogd dat de vraag naar hulp bij zelfdoding op oudere leeftijd groter wordt naarmate de participatiesamenleving verder voortschrijdt en de verzorgingsstaat verdwijnt. Ouderen zullen gaan vragen om hulp bij zelfdoding om altruïstische redenen. Lees het artikel (pdf)

Dat vak dat je leerde, dat is niet meer: Hoe maatschappelijk werkers in Nederland denken over de-professionalisering

‘My profession is gone’: how social workers experience de-professionalization in the Netherlands’
Wetenschappelijk Engelstalig artikel met Gercoline van Beek in European Journal of Social Work
.

Samenvatting in het Nederlands:

Hulpverleners in het sociaal domein in Nederland worden geconfronteerd met twee belangrijke veranderingen. Ten eerste wordt gespecialiseerde hulpverlening grotendeels vervangen door generalistisch werkende wijkteams. En ten tweede maakt de verzorgingsstaat plaats voor een participatiesamenleving, waarin mensen vooral hulp moeten krijgen van elkaar in plaats van betaalde hulpverleners. De eerste verandering heet ‘despecialisatie’, de tweede fundamentele de-professionalisering. De centrale vraag in dit artikel luidt: hoe beoordelen maatschappelijk werkers deze veranderingen? Kwalitatieve interviews met 29 ervaren maatschappelijk werkers laten zien dat zij doorgaans enthousiast zijn over despecialisatie, omdat dit beter is voor cliënten met multi-problematiek. Zij zien generalistisch werken ook als een nieuwe uitdaging. Het oordeel over fundamentele de-professionalisering is negatiever. Maatschappelijk werkers maken zich zorgen over cliënten die geen geschikt netwerk hebben. Zij maken ook zorgen over hun vak, nu hulpverlening (gedeeltelijk) wordt overgenomen door leken en vrijwilligers. Ze vinden het moeilijk om zich tegen deze ontwikkeling te verzetten: zij vrezen voor hun baan. Sommigen zijn bereid om zelf onbetaald hun werk voort te zetten. Het is hoog tijd dat maatschappelijk werkers (nu: sociale professionals) en wetenschappers op dit gebied zich verdiepen in fundamentele de-professionalisering.

Zorg als bijproduct

Column in Vakblad Sociaal Werk

“Zo lang mogelijk thuis, met persoonlijke zorg, van je familie, je buren, je vrienden, je netwerk. We horen het tegenwoordig zo veel en over zoveel groepen zorgbehoevenden (psychiatrische patiënten, kwetsbare ouderen, dementerende patiënten, mensen met een verstandelijke beperking, mensen met chronische ziekten) dat het eigenlijk vreemd is dat we niet vaker de vraag stellen waarom dat nu precies beter is. Het is goedkoper, denkt de politiek, maar dat staat nog te bezien.” Lees verder.

Mijn cliënt en de anderen. Beroepsethiek in het sociaal domein

Lezing voorjaarscongres Divosa, Maastricht 15 juni 2017

“Frontlijn ambtenaar is een vak vol morele dilemma’s, die ingewikkelder zijn dan die van de advocaat of de medisch specialist. Op weg naar een inclusieve samenleving met een inclusieve arbeidsmarkt zullen deze dilemma’s groter worden. Dat is geen reden om die kant niet uit te gaan. Het is wel een reden om u bewust te blijven van de ethische voetangels en klemmen op de route.”

Ga voor een verslag van het congres naar de website van Divosa

Op weg naar een burn-out samenleving?

“En zo kwamen we terecht in de rechterkant van het kwadrant; in een samenleving met actieve solidariteit: een participatiesamenleving.
In die participatiesamenleving nemen we zo veel mogelijk afscheid van gespecialiseerde instellingen waarin mensen werden verzorgd. Verzorgingshuizen zijn in Nederland afgeschaft. Ouderen moeten zo lang mogelijk thuis blijven wonen en moeten daar worden verzorgd door hun volwassen kinderen, neven of nichten, buren en eventueel vrijwilligers. Pas in laatste instantie – als er echt medische dingen aan de hand zijn – kan een beroep worden gedaan op betaalde hulpverlening aan huis en pas in allerlaatste instantie kan men terecht in een verpleeghuis.”

Op weg naar een burn-out samenleving? Lezing voor het Vlaams Parlement, Brussel 12 juni. Powerpoint

 

Waartoe zijn wij op aarde?

Bij de presentatie van: Frederik van Dalfsen, Marijke Synhaeve en Elsemieke Hoet, Pionieren in participatieland, Berenschot/NGB, Utrecht 2017. 29 maart 2017

Waartoe zijn wij op aarde? Mijn oudere katholiek opgevoede collega’s weten nog waar die vraag eigenlijk vandaan komt. Ze komt uit de schoolcatechismus die tot halverwege de jaren zestig werd gebruikt op katholieke basisscholen. Het antwoord luidde: Wij zijn op aarde om God te dienen en daardoor hier en in het hiernamaals gelukkig te zijn.

Tegenwoordig kennen wij de vraag vooral van heidagen, waarin bestuurders van organisaties zich gaan beraden op hun mission statement. Dat ze niet alleen willen weten of ze ‘de dingen die ze doen goed doen’, maar ook de vraag op tafel leggen ‘of ze wel de goede dingen doen’. Dat kan heel gevaarlijk zijn. Het kan leiden tot woningcorporaties die winst willen maken met derivaten, of een schip aanschaffen om dit uit te baten als hotel, restaurant en conferentiezaal. Thuiszorgorganisaties die miljoenen investeren in tv kanalen en beeldtelefoons. MBO-bestuurders die zich moeten beraden op nieuwbouw voor hun studenten en dan besluiten niet te kiezen voor ‘een standaardoplossing’, maar voor ‘huisvesting als middel voor identiteit en stimulering van onderwijsvernieuwing’ tegen drie maal zo hoge kosten.

Uit het mooie boek van Van Dalfsen, Synhaeve en Hoet dat hier vandaag gepresenteerd wordt, leren we dat gemeentebestuurders tegenwoordig ook worstelen met de vraag waartoe zij op aarde zijn. De ultramoderne opvatting luidt dat gemeentebestuurders vooral ruimte moeten bieden aan burgers en burgerinitiatieven en dat zowel bestuurders als ambtenaren moeten leren ‘op hun handen te zitten en niet in de weg te lopen’. Burgers, zo luidt de ultramoderne visie, doen het namelijk allemaal liever zelf. Lees verder